Brieven van een jonge vrouw, slaaphuisgast, ex-prostituee, bewuste drugsgebruiker. |
Brief 1
Beste meneer
Roelof, ik hoorde dat u verhalen verzamelt van de “Ongeziene” mens,
daarom wil ik u graag schrijven over mijn leven. Een leven wat zich
afspeelt aan de rafelkant. Waarom? Om anderen te laten zien dat ook
wij “Ongeziene” mensen zijn. Misschien zijn wij in de ogen van
anderen maatschappelijk mislukt, maar als mens zijn wij dat nooit.
Wist je
trouwens dat ik gedichten schrijf. En ze soms ergens achterlaat, als
mensen dat dan lezen dan is mijn dag weer goed. Een tijdje geleden
is er ingebroken in mijn kamer. Dat ik mijn laptop kwijt was,
jammer, maar mijn gedichten, zelf gedaan, zelf verzameld, dat ze die
mee hebben genomen, dat vond ik klote, ik heb gehuild. Die gedichten
is iets van mij, zo persoonlijk, zo gevoelig. Zal je – als ik je zie
– wat gedichten laten lezen. |
Brief 2
Hallo Roelof,
ik schreef in mijn vorige brief dat drugs mij niet beheersen, maar
eigenlijk is dat niet helemaal waar. Door die drugs ben ik weleens
opgenomen geweest in de crisisopvang. Af en toe een pilletje ging
nog wel maar ik ben ook aan de drank geraakt, toen ontdekte ik GHB.
Daar ben ik 9 maanden aan verslaafd geweest. Halverwege vorig jaar
trouwens ook aan XTC begonnen, na een week of zes was ik het zat. Ik
slikte op een bepaald moment 6 pillen tegelijk in. Ik ben blij dat
ik er zelf mee ben gestopt. Ach ja, GHB, pep, ketamine, coke,
eigenlijk heb ik wel het hele assortiment gebruikt. |